Het einde van de postkantoor-bleus
Heinz verdwijnt uit de krant. Morgen verschijnt het laatste strookje. Een afscheidsgesprek met René Windig en Eddie de Jong. Over hun rode kater. Over hoe een strip nooit moet aflopen. Over de vlo-o-foetsie tape, over het sjasliék-incident en over hun filmplannen.
DE GEZICHTEN van Windig en De Jong staan - en dat is wel zo vertrouwd - op gepijnigd. Gek werden ze er namelijk van. Sinds bekend is geworden dat ze stoppen met het tekenen van Heinz vraagt iedereen steeds hetzelfde. Wat gaan jullie doen?
Eddie de Jong: "Bellen ze van de omroep. Zeggen ze 'Jullie stoppen hè, kunnen jullie dat bij ons komen uitleggen?' "
René Windig: "Ja, sodemieter op. We hebben al maanden aan stoppen lopen denken, voor is dat allang geen nieuws meer."
Eddie de Jong: "SBS 6 wilde ons filmen als we ons laatste strookje in gingen leveren. Dat doen we dus niet."
René Windig: "Bij Barend & Van Dorp is vrijdagavond al wel het laatste strookje van Heinz te zien."
Eddie de Jong: "Maar alleen omdat in de redactie een aardige gozer zit."
René Windig: "Een echte Heinzfan."
ALLEEN erover praten lucht al op. De geplaagde gezichten van de tekenaars lijken zich weer iets te verzachten. Het laatste strookje van Heinz is, als dit gesprek plaatsvindt, al geschetst. Over het einde is lang nagedacht. Windig en De Jong wilden in elk geval geen sentimenteel einde.
Eddie: "Dus niet de hele familie bij elkaar laten komen om afscheid te nemen."
René: "Heinz is niet dood."
Eddie: "En hij wordt ook niet vermoord zoals Fritz the Cat."
René: "Robert Crumb liet Fritz door een icepick om het leven komen."
Eddie: "Wat je zeker niet moet doen is op het einde laten zien dat er een schepper achter de strip zit."
René: "Je zag dat vroeger wel eens, dat een stripfiguur aan de tekenaar vroeg om een verkeersbord weg te halen."
Eddie: "En dan zag je een hand in beeld komen met een vlakgom en dan werd dat verkeersbord weggegumd."
René: "Wij noemen zo'n ingreep 'het vlakje van de tekenaar'."
Eddie: "Niet doen, dan is het sprookje uit."
René: "Ik was een fan van de tv-serie The young ones."
Eddie: "Vooral die hippie vond René leuk."
René: "Tot hij opeens een keer zijn pruik afzette."
Eddie: "Ze dachten zeker dat dat leuk was."
René: "Toen was wat mij betreft de hele serie naar de kloten."
DE HERINNERING hieraan lijkt René weer even naar de keel te grijpen. Het duurt even voor het gesprek weer op gang komt. Het hele gesprek was trouwens bijna niet doorgegaan. Dat is nogal een lang verhaal maar de tekenaars staan erop het van het begin tot het eind te vertellen.
Het begon allemaal met een kleine, maar hevige vlooienplaag. Gelukkig staken de zwarte puntjes duidelijk af tegen de muur. Maar toen Windig & De Jong de vlooien met een brandende fakkel te lijf gingen, brak er bijna brand uit in de studio. Waarna veel tijd werd geïnvesteerd in het ontwerpen van de 'vlo-o-foetsie tape'. De Jong houdt triomfantelijk een plakbandautomaat omhoog. De vlo-o-foetsie tape blijkt te bestaan uit bruin plakband dat eenvoudigweg over een ontdekte vlo wordt geplakt. De Jong demonstreert de vinding.
Eddie: "Kijk René, je hoeft helemaal niet zoveel te gebruiken."
René: "Héé te gek."
Eddie: "Maar het bleef niet bij de vlo-o-foetsie tape."
René: "Nee, want waar laat je de eenmaal gebruikte vlo-o-foetsie tape?"
Eddie: "Die kun je niet zo in de vuilnisbak gooien."
René: "Nee, daarvoor hebben we het vlo-o-foetsie tape-weggooizakje ontwikkeld."
De Jong houdt triomfantelijk een boterhamzakje omhoog. Op het rood geruite zakje is een bakkertje afgebeeld dat zijn duim en wijsvinger samenbrengt in een pico bello-gebaar.
René: "Maar het lijkt ook net of hij een vlo vermorzelt tussen zijn nagels.
Eddie: "Echt gemaakt voor ons vlo-o-foetsie tape-weggooi zakje."
René: "We hoefden het bakkertje alleen maar 'Hebbes!' te laten zeggen."
ER VERSCHIJNEN dit najaar nog twee verzamelalbums van Heinz, maar dan is het met Heinz echt afgelopen. Dat had voorkomen kunnen worden als tekenaar Mark Retera ja had gezegd op hun aanbod om Heinz over te nemen. Maar de tekenaar van Dirkjan zei dat hij dat best wilde, maar alleen op voorwaarde dat Windig & De Jong zijn strip zouden overnemen. Dat wilden ze niet. Dus stopt Heinz, want Retera is de enige die Windig & De Jong hun schepping zouden durven toevertrouwen.
René: "We stoppen omdat we er alles uit hebben gehaald."
Eddie: "Wat zei Patijn ook al weer in Het Parool?"
René: "Niets is zo vervelend als een gelopen race lopen."
Eddie: "We hadden nog eindeloos met Heinz kunnen doorgaan."
René: "Net als Schulz met Peanuts heeft gedaan."
Eddie: "Dat wilden we niet, hoewel we Schulz bewonderen."
René: "We hebben hem nog in Heinz geciteerd."
Eddie: "Schulz zei altijd tegen zijn secretaresse, als hij naar huis ging, dat hij de rest van de dag zijn hond gelukkig ging maken."
René: "Als Van Dale in Heinz uit het café vertrekt, laten we hem zeggen: 'De rest van de dag ga ik m'n wc-pot gelukkig maken'."
Eddie: "De barman reageert dan: 'Moet dat nou, Van Dale, zo vlak voor Pasen?' "
René: "En dan zie je Heinz lachen."
Eddie: "Die man hebben we Van Dale genoemd na het sjaslik-incident."
René: "Het sjasliék-incident."
HET sjasliék-incident blijkt nogal een lang verhaal, maar de tekenaars staan er op het van begin tot eind te vertellen. Het begon volgens Eddie allemaal met een fax van het Haarlems Dagblad.
Eddie: "Daarin stond dat we sjaslik hadden geschreven, terwijl het volgens de nieuwste Van Dale sjasliék moet zijn. Gelieve te veranderen, stond er nog bij."
René: "We belden op dat we daar we niet veel voor voelden aangezien in onze Van Dale nog gewoon sjaslik stond."
Eddie: "Toen zei die man dat hij er ook niet over ging, maar of we het dan alsjeblieft voor hém wilden veranderen."
René: "Dus aten ze toen alleen in het Haarlems Dagblad sjasliék."
Eddie: "Die man uit het café hebben we toen Van Dale genoemd."
IN DE STUDIO is de lucht duidelijk opgeklaard, waardoor het blikken in de nabije toekomst opeens bespreekbaar lijkt. Want wat gaan Windig & De Jong allemaal doen nu Heinz uit de krant verdwijnt? Hoog op het lijstje van de tekenaars staat Bouwputten Kijken.
Eddie: "Natuurlijk met de handen op de rug."
René: "En liefst zo'n ouderwetse bouwput waarin de vrachtwagens nog over die staalplaten heenrijden."
Eddie: "We bedenken ook graag Peter van Straaten-grappen."
René: "Als we langs een begraafplaats lopen, komen er altijd wel een paar opborrelen."
Eddie: "Daar hebben we nu meer tijd voor."
René: "Ik zal een voorbeeldje geven. Zegt iemand op kantoor: 'Zeg Van Nazareth, kun je dit even voor mij kopiëren?' En dan zie je een Jezusfiguur rondlopen."
Eddie: "Dit is eigenlijk geen Peter van Straaten-grap, maar soms hebben we opeens wel een heel echte."
René: "Peter van Straaten is trouwens vreselijk in vorm."
Eddie: "Verder willen we ook eens aan de Nederlandse taal gaan sleutelen."
René: "Volgens ons kun je best de door het vervangen."
Eddie: "De ontdekking van de hemel gaat dan Het ontdekking van het hemel heten."
René: "Daar wordt het waarschijnlijk veel beter van."
Eddie: "Hoewel ik nooit iets van Mulisch heb gelezen."
René: "Ik heb vijf minuten naar een verfilming van een van zijn boeken gekeken. In die film zag je iemand in een auto rijden, met rechts de Hondsbosse Zeewering. Dan ga je dus naar het zuiden, vanuit Petten richting Groet. Ik dacht nog: Héé die is op weg naar Groet. Maar opeens stopt-ie en dan blijkt-ie in Petten te zijn. Nou, toen wist ik meteen dat die boeken ook kut moesten zijn. Ik werd echt verschrikkelijk kwaad, ik kreeg overal jeuk."
Eddie: "We hebben zelf een film in het hoofd die een aaneenschakeling moet worden van dingen die we hebben meegemaakt."
René: "De titel is: Je geloof je eige oge niet."
Eddie: "Zal ik dat verhaal vertellen over die vent met die korte beentjes?"
René: "Nee, dat moet je voor je zien."
Eddie: "Vertel dat verhaal dan maar over die zwerver en die ham."
René: "Het is nogal een lang verhaal."
Eddie: "En vies en hij staat er op het van begin tot eind te vertellen."
René: "Het begon op de Zwanenburgwal. Daar liep een zwerver te eten uit een zakje met twee ons ham. Opeens legt hij de ham op een auto en gaat hij gehurkt naast een boom zitten. Als ik niet beter wist, zou ik denken dat hij ging zitten schijten, maar dat kon niet want hij had zijn broek nog aan. Goed, hij staat weer op, graait met zijn hand in zijn broek en haalt er een enorme hap kledder uit die hij in de gracht gooit. Daarna veegt hij zijn handen af aan zo'n groen bemoste boom, pakt die ham van de auto en eet weer doodgemoedereerd door. Ik zweer je dat het zo was."
Eddie: "Nu een lief verhaal."
René: "Ja, vertel dat verhaal maar over dat oude vrouwtje."
Eddie: "Van de week ging ik bij Albert Heijn een sandwich halen. Bij de kassa stond een oud vrouwtje voor me, wat meestal een ergernis is. Maar dit keer was ik blijkbaar met mijn goede been uit bed gestapt, want ik dacht: Goh, wat een lief omaatje. En net op dat moment dat ik dat denk, draait dat oude vrouwtje zich om en vraagt: 'Meneer, wilt u misschien voorgaan met uw boterham?' Ik zei dat dat niet nodig was en toen zei ze: 'Misschien hebt u heel erge honger'."
René: "Dat is hier nu natuurlijk een gevleugelde uitdrukking geworden."
Eddie: "Wilt u misschien voorgaan met uw boterham?"
René: "Misschien hebt u heel erge honger."
Eddie: "We willen ook een film maken waarin niets gebeurt."
René: "Maar op het einde, als de credits voorbij komen, staat er dan opeens: 'In dat en dat jaar is die en die dat geworden of is er dit of dat met die en die gebeurd'."
Eddie: "Met andere woorden: als je maar geduld hebt, wordt het toch nog spannend."
René: "De weglopers krijgen bij onze films ongelijk."
Eddie: "Nu we met Heinz stoppen, hoeven we eigenlijk niet meer naar het postkantoor."
René: "Nee, die ergernis die we daar altijd opdeden was vooral leuk voor Heinz."
Eddie: "Als een van ons naar het postkantoor ging voor een reisverzekering of een visvergunning, dan ging er altijd van alles fout."
René: "Als hij dan terugkwam van het postkantoor, was het altijd van: 'Vlug, vertel op!' Omdat je benieuwd was naar al die postkantoor-blues. Maar dat hoeft nu niet meer. Dat deden we namelijk vooral voor Heinz."
Windig en De Jong: Heinz 10, Groente en Fruit. Uitg. Oog en Blik.
Prijs f. 19,95.
Copyright: Het Parool