Hee Heinz, ouwe grappenmaker!

Zoals Heinz in zijn avonturen valt en opstaat, zo lijkt het ook zijn geestelijke vaders te vergaan. Eddie de Jong en René Windig stopten in het begin van de jaren negentig al eens met het tekenen van de strip, omdat ze even uitgeheinzt waren. Dag-in-dag-uit een strook Heinz leveren is zwaar.

Recent zaten ze weer in de put. Daarom leverden ze bij afnemers maar een paar oude grappen van Heinz in. Dat viel die dagbladen in eerste instantie niet eens op. Toen een lezer belde dat Heinz oude avonturen beleefde, weerden de bewuste bladen de krantenkat per direct.

Daar waren de Heinz-makers goed ziek van. Ze gaven daar met een forse dosis zelfspot uiting aan. In een van de recentere Heinz-stroken loopt de kat met een sacherijnige kop over straat. 'Hee Heinz, ouwe grappenmaker', wordt hem toegeroepen. Heinz' humeur wordt er niet beter van.

De bekendste Nederlandse krantenkat begon zijn leven een jaar of tien geleden in de kolommen van Het Parool, als huisdier van de post-punker annex stripheld Rockin' Belly. Het beest was eerst net zo'n anarchist-terrorist als zijn baas, maar werd allengs een middle of the road-kat. Het is niet zo dat Heinz tegenwoordig het Avro-lid onder de dierlijke stripfiguren is, maar hij is braver geworden. 'Shit' zie je hem niet vaak meer zeggen.

En de krantenkat is bezadigder. Het beest beleeft nog steeds de merkwaardigste avonturen. Hij lijdt steevast schipbreuk en wordt standaard opgepikt door hetzelfde schip, waar hij voortdurend een kapitein met een humeur dat bepaald te wensen overlaat, een maffe papegaai, nog maffere andere opvarenden en een teil met dringend te schillen piepers tegenkomt.

Of hij treft zijn maat Evert, een varken dat altijd wel ergens een mooi klusje weet. Of dat nu wat hand- en spandiensten zijn voor een vampier in het Oostblok of truffels zoeken in een andere negorij: de betaling is altijd betreurenswaardig beroerd. Maar met Evert kun je lachen. Alleen: meestal lacht alleen Evert. En berg je maar als hij een andere klusmaat tegenkomt en ze oude koeien uit de sloot gaan halen over dat kwarweitje waarbij ze woestijn moesten bestraten. Of zo.

Heinz zie je bij het thuiskomen na weer zo'n omzwerving opbloeien in zijn vertrouwde omgeving. In een bruine kroeg, bij zijn vriendin Dolly, weer in eigen huis met zijn maat Frits, met wie hij sinds jaar en dag een woning deelt.

Voor Frits zijn dit juit de minder prettige tijden. Van een langdurige aanwezigheid van Heinz krijgt deze zwarte kat bijna uitslag. De filosofisch ingestelde, haast intellectuele Frits kan een toeval krijgen van de wereldlijke Heinz, die zich doorgaans uitsluitend druk maakt om snelle vervulling van zijn primaire verlangens en zijn huisgenoot tot razernij drijft met zijn bereidheid om mee te doen aan nieuwe hypes. En als heinz een van zijn buien heeft, berg je dan maar.

Toch koesteren deze tegenpolen momenten van gelukzalige huiselijkheid. Dan kijken ze samen met de irritante schildpad Jodocus op de bank naar een quiz op televisie. "Wat is een knorhaan", vraagt de quizmaster. Een vis, dat weet ook Joducus, die zegt dat hij "d-a-t a-n-t-w-o-o-r-d o-o-k w-e-l h-a-d k-u-n-n-e-n g-e-v-e-n". "Jawel, maar niet binnen de gestelde tijd", zegt Heinz.

Nog even voor de niet-ingewijden: de echte Heinz is heel oud geworden, al was hij op een gegeven moment blind aan een oog.

Jodocus bestaat ook echt een l-e-e-f-t n-o-g s-t-e-e-d-s.

Han Dirk Hekking