The Heinz Experience

Stripmakers René Windig en Eddie de Jong zijn langer bij elkaar dan menig huwelijk; ze vormen al vijfenveertig jaar een hecht duo. Hun creatie Heinz - een instituut in het Nederlandse striplandschap sinds 1987 - maakte in 1994 in een fraai staaltje intertekstualiteit zijn opwachting in de krantenstrip Sigmund van Peter de Wit: de norse Parool-kater werd patiënt van de mogelijk nog norsere Volkskrant-psychiater. Op woensdag 14 april 2010 overhandigde Sigmund-schepper en gasthoofdredacteur Peter de Wit in het Heinz museum de drie originele stroken aan Windig & de Jong, zodat deze aan de collectie konden worden toegevoegd. Zone 5300 was erbij en brengt verslag van een niet zo formele uitreiking, een tocht door het museum met de grootste creativiteitsdichtheid ter wereld, een middag vol verhalen én... hoe de loop van de Nijl werd ontdekt.

Door Natasja van Loon

Fotografie: Natasja van Loon & Tonio van Vugt

Het Heinz museum ligt op een steenworp afstand van de Hermitage; Nieuwe Amstelstraat 111 om precies te zijn, midden in de museumroute. In de routeformulier is het echter nog niet opgenomen, een lacune die eigenlijk zo snel mogelijk hersteld zou moeten worden. Want wie er binnentreedt merkt het meteen: dit is een van de origineelste en meest fantasierijke musea van Nederland, waar zowel jong als oud zich met moeite van zullen losrukken. Er is overweldigend veel te zien in deze ruimte, die grenst aan de studio van Windig & de Jong. Geen centimeter, geen object, geen triviaal gebruiksvoorwerp is ontsnapt aan hun fabuleuze creativiteitswoede.
Zo is de kachel geen kachel, maar een personage: André Haard, inclusief ogen, wijdopen mond en tekstballon erboven. 'Het brandt in mij,' zingt André. Maar ook lampen, wc-rolhouders, stoelen, stopcontacten, steunpilaren: alles hier heeft deze behandeling ondergaan. Een week in dit museum, en dan nog zou je er telkens nieuwe dingen ontdekken. Er is bovendien geen wand onbedekt, van muur tot muur hangt en staat het barstensvol kunst. Van Windig & de Jong zelf - 'Misschien moeten we binnenkort maar op het plafond verder,' merken ze droog op - maar ook van collega's, van wie velen een ode aan Heinz hebben gebracht. Eén muur is speciaal voor hun werk gereserveerd. Erik Kriek hangt er met een prent van zijn creatie Tigra, die een weerspannige Heinz verliefd in haar armen wiegt. Maar ook Peter van Dongen, Luc Cromheecke, Joost Swarte, Maaike Hartjes, Eric Schreurs, Marc van dder Holst, eigenlijk bijna iedereen. En zo dadelijk dus ook de Heinz-hommage van Peter de Wit.

'Het is een eer en genoegen': Eddie (links) en René kunnen zó de politiek in

Eerbiedige kus

Peter is al aanwezig als de Zone arriveert. Eddie de Jong vertrekt meteen. Om bier en wijn te halen, zo wordt even later duidelijk. De Zone brengt gebak mee, en vanzelfsprekend mag er in het museum gerookt worden. De officiële opening op 21 november 2009 was het enige feest van dat jaar waar de gasten verplicht binnen moesten roken in plaats van buiten. Het was tevens het langste feest: het duurde meer dan twaalf uur. Een kort bezoek zal ok dit niet worden, want vrijwel onmiddelijk barsten de verhalen los. Er bestaan namelijk geen betere museumgidsen dan de kunstenaars zelf.

'Hmmm, deze lijst smaakt naar... bier...'

De lijst met Sigmund-stroken staat ook al opgesteld, geduldig wachtend naast de drie Heinz-strips waar Frits een bezoek aan Sigmund brengt om over Heinz te klagen; de zes stroken vormen een perfecte dialoog. Na het gebak, de drank en de verhalen is het zover: met een zwierig gebaar presenteert Peter zijn cadeau. Dat het hem een eer en een genoegen is om dit werk, 'als jullie het willen hebben, tenminste,' aan dit 'rijksmuseum' te schenken, zegt hij. 'Deze drie Sigmund-strips uit 1994 die een reactie waren op jullie strip met Sigmund in Het Parool. Ik kan er geen betere bestemming voor bedenken.' Dat vinden Windig & de Jong ook, het geschenk wordt dankbaar in ontvangst genomen. Eddie is zelfs zo blij dat hij de lijst van een eerbiedige kus voorziet.
Na het officiële gedeelte - voor zover er iets in het Heinz Museum ooit officieel genoemd kan worden - is het bezoek natuurlijk niet voorbij. Nog l&aecute;ng niet. Ook al zegt Windig standaard als je op het punt van weggaan staat dat je nóóit zou vertrekken, het duo doet er &aecute;lles aan om te voorkomen dat je ooit wilt vertrekken. Nu de overdracht voltrokken is, volgt niet alleen een uitgebreide rondleiding door het museum, maar ook door het heiligdom erachter: de studio.

Binnen de lijntjes

Windig & De Jong vertellen over de pronkstukken van hun museum: Eddie's werkschoenen in een speciale vitrine, die tevens een ode is aan hun grote inspiratiebron Dolly Parton; het Handig Thuis-naslagwerk dat inderdaad heel handig dienst doet als ondersteuning van een scheve tafel; de originele cover die ze maakten voor Fnirwak, het boek van vertwijfeling en hoop, dat in 1984 de Stripschappenning voor het beste Nederlandse album kreeg. Op de achtergrond klinkt inderdaad Dolly Parton. We zien hun fabuleuze bibliotheek (waarbij we gezelschap krijgen van twee museumbezoekers annex Peanuts-kenners, die de collectie met net zoveel eerbied in ogenschouw nemen) en de imposante wand met materiaal voor het volgende boek, dat komend najaar uitkomt; maar ook hun ode aan Typex, het schilderij dat de hoek omgaat, de tot smurf versmurfte Smurfen, Kuifje tegen de tijd dat hij Sikje is. We zien eigenlijk te veel om op te noemen.

Ook geven ze toelichting op hun verschillende werkwijzen. Zo doet Eddie de Jong de inkleuring van de Heinz-stroken bij voorkeur met benzinestiften - 'Goed voor pyromanen', merkt hij op - en René Windig liever met ouderwetse alcoholstiften, die weliswaar goed voor drinkers zijn, maar als nadeel hebben dat de toner op de kopieën oplost zodra je op de lijntjes komt. Dat het geen andere reden heeft dan dat hij nogal behoudend is, vertelt René desgewenst: 'Ik blijf gewoon graag binnen de lijntjes.'
Maar niet al hun verhalen gaan over hun creatieve historie. Al is die met zulke nestors van de Nederlandse strip logischerwijs met hun persoonlijke verhaal verweven. Windig & De Jong kenden elkaar immers al op het lyceum en hebben sindsdien, zoals een huwelijk past, al heel wat vakanties samen gevierd. Fietsvakanties vooral, al dan niet op eigen fietsen, meestal naar verre zuidelijke oorden die zelden werden gehaald; meestal omdat een van beiden na een wilde actie in het ziekenhuis belandde. Hun verhalen doen denken aan een roadmovie, omdat ze nooit in hotels sliepen, maar bij een kampvuur in de openlucht overnachtten, of in verlaten huizen of huizen in aanbouw. 'Hotel De Blote Hemel, daar sliepen we vaak,' verduidelijkt René. 'En in rioolbuizen wanneer het regende. Maar als het té hard regende, moesten we daar ook maken dat we wegkwamen.' Die wilde fietsdagen zijn echter verleden tijd sinds René rugklachten kreeg. De hobby die daarop volgde was misschien wel net zo opmerkelijk: 'Op een dag kregen we een telefoontje van Eric Schreurs. Dat hij een clinic voor ons had geboekt. What the fuck is een clinic, dachten we. De volgende dag stonden we op een golfbaan. Vond hij echt wat voor ons.'

Zingend Boeddhabeeld

Ladies and gentlemen: de loop
van de Nijl

Hun mooiste verhaal bewaren ze voor het laatst: hoe ze de loop van de Nijl ontdekten. Niet op de fiets, maar gewoon in hun eigen museum. Op een dag morste René rode wijn, op precies de juiste plek. 'En doordat de vloer schuin afloopt, begint het te stromen,' zegt hij terwijl hij een demonstratie met water geeft. Inderdaad: precies de loop van de Nijl. 'Dus toen hebben we de namen van de steden erbij geschreven', zegt Eddie. Er staat er nog één: Biba. 'De rest is vervaagd.' Waarna ze er maar meteen een soort Madurodam van hebben gemaakt, compleet met miniatuurkamelen en -piramides. Het wordt er allemaal ter demonstratie voor ons bij gezet. Zelfs een zingend Boeddhabeeld. 'Die hoort er eigenlijk niet bij,' zegt René, 'maar dat vonden wel wel sfeervol.'

Het zal niet verbazen dat de uren ongemerkt voorbij gegleden zijn, het is over vijven en Peter moet gaan, zegt hij. De Zone heeft zich intussen over de hilarische commentaren in het gastenboek gebogen. Maar Peter doet een Heintje Davids: drie keer kondigt hij aan dat hij 'nu echt vertrekt,' twee keer staat hij er weer zodra we onze blik weer van het boek hebben getild. Pas de derde keer is hij echt vertrokken. 'Ik dacht dat die De Wit nooit zou vertrekken,' zegt René drie keer.
Een kleine drie kwartier later vindt ook de Zone-redactie dat het vertrektijd is. Maar er is meer bier, er zijn meer verhalen, er is nog zoveel te zien, dus pas over zessen slagen we erin om het museum dat je nooit wilt verlaten dan toch te verlaten. 'Hèhè, ik dacht dat ze nooit zouden weggaan,' verzucht René met een grijns terwijl we door hem en Eddie in de deuropening worden uitgezwaaid.

Wij ook, weten we. En terugkeren zullen we, weten we ook. Want het Heinz Museum en zijn bewoners - organisch én anorganisch - is niet alleen een ontdekkingsreis, nee, het is met recht The Heinz Experience.

Het Heinz Museum is geopend op Woensdag van 13:00-18:00 uur en op vrijdag en zaterdag van 12:00-17:00 uur. Tel: 020-427 77 67.