De Jong & Windig

De vele levens van Heinz

Zullen we Heinz ooit nog terugzien? Dat zal menig stripliefhebber zich hebben afgevraagd toen op zaterdag 29 april het laatste strookje van Heinz in de diverse dagbladen verscheen. Gevreesd moest worden van niet, want de geestelijke vaders van Heinz - Eddie de Jong en René Windig - hadden aangegeven dat ze alles onderzcht hadden wat mogelijk was op stripgebied. Dat het duo het tekenen van strips niet meer zag zitten, bleek al in de maanden augustus, september en oktober van het jaar daarvoor. Zij boden toen een tijdje oude stroken bij de diverse dagbladen aan als zijnde nieuw materiaal. Deze actie bleef niet onopgemerkt en een aantal dagbladen - met name de Brabantse - zegde het contract met Windig en De Jong op. Brabantse Heinz-fans zullen dan ook blij zijn dat onlangs Braveu, Heinz! is verschenen, het laatste album met gebundelde stroken van de dagbladstrip. Naar aanleiding van deze uitgave zochten we Windig en De Jong op en spraken met hen over het inleveren van oude strookjes, het stoppen van Heinz in de dagbladen en de toekomst van de humeurige kater op het witte doek. Want, zo bleek uit het interview, ook Heinz heeft meerdere levens.

door Jeroen van Kippersluis

Hoe zat dat nou precies met het inleveren van de oude strookjes?

René Windig: We hadden meer dan tien jaar lang geprobeerd om vooruit te werken en er een mouw aan te passen. We gingen om de beurt op vakantie, zodat één van ons het werk kon overnemen. Die tekende dan Heinz gewoon alleen. Dat gaat goed tot het op een keer niet meer goed gaat. We hadden op een gegeven moment nog twee dagen om in te leveren voor de hele maand, toen dachten wij: 'Mogen we na tien jaar even wat oude strookjes inleveren?'

Eddie de Jong: Dat is een kunst op zichzelf. Het jaar ervoor hadden we het ook wel eens gedaan. We knipten wat oude plaatjes uit en maakten er een mooi geheel van.

René: Het was ook een mooie terugblik op allerlei dingen die we hadden gedaan. We kregen zelfs complimenten, want mensen zijn tien jaar oude strookjes over het algemeen vergeten.

Eddie: We kunnen ook zeggen: 'We zijn op vakantie', zoals sommige striptekenaars dat doen. Dat doen we dus niet. We proberen er dan nog wat van te maken.

Waar lag de oorzaak van het probleem?

Eddie: Er gebeurden allerlei dingen waardoor we niet konden produceren.

René: Ik zal een voorbeeld geven. Op een gegeven moment hadden we 's maandags met elkaar afgesproken dat we weer doorgingen. We hadden vier weken lang oude stroken ingeleverd. Niets aan de hand, want niemand klaagde. We komen maandag op de studio en horen dat onze vriend Mark Smeets (onder andere van Tante Leny presenteert. Red.) is overleden. Hij was al wel ziek, maar we dachten dat het nog wel een jaar zou duren. Ineens is hij er dan toch tussenuit. Hadden we dan tegen ekaar moeten zeggen op maandag: 'Nu gaan we weer een grap verzinnen?' Dat konden we echt niet. De week erop was de begrafenis. Van tekenen kwam het toen dus ook niet. En daar gaan we niet over zitten jeremiëren.

Eddie: Maar je zorgt wel dat er iets is.

René: De dood van Mark Smeets was iets dat we moesten verwerken. In feite is het niet te verwerken. Op zo'n moment kun je ineens totaal geen grappen meer verzinnen. Toen hebben we weer twee weken lang oude stroken ingeleverd. Als mensen ons toen hadden opgebeld en hadden gevraagd: 'Hoe kan het dat jullie nu weer oude stroken inleveren?', dan hadden wij ze wel gezegd wat er aan de hand was. Hadden we dan gewoon moeten doortekenen? Of in het strookje moeten zetten: 'Windig en De Jong kunnen even niet tekenen, want één van hun beste vrienden is overleden.'? Je gaat de mensen niet opzadelen met jouw privé-dingen:operaties, familiekwesties, mensen die doodgingen, ouders die een hersenbloeding kregen. Allemaal van dat oort dingen. Dat gaan we niet aan de grote klok hangen. Achteraf mogen ze het van mij wel weten, de Volkskrant en dat soort vieze krantjes, want die hebben ons echt zitten uitspugen.

Eddie: En waarom ze het doen weet ik niet, maar ze zitten altijd te roeren in de vuiligheid.

René: In die tijd kregen we ineens vier of vijf aanbiedingen om in praatprogramma's te komen. En waarom? Omdat ze eengorigheidje hadden. Wij hadden iets stouds gedaan en dan ineens staan RTL 5, Barend en Van Dorp en Hanneke Groenteman op het bandje van je antwoordapparaat, want ze willen jou in het programma. En niet omdat je zo leuk kan tekenen, maar omdat ze je aan het kruis willen nagelen. Dat hebben we allemaal geweigerd natuurlijk. Toendertijd hebben we ook de eer aan onszelf gehouden en aan niemand, zelfs niet aan bevriende journalisten, verteld hoe de vork in de steel zat.

Eddie: We zijn zelfs nog een jaar doorgegaan met het tekenen van Heinz.

René: Er waren echter ook kranten die ons steunden. Het Parool was oké. Rotterdams Dagblad was super-oké. Die stuurde ons een medaille voor getoonde moed.

Eddie: Zo horen mensen met elkaar om te gaan.

Het einde van Heinz?

Uiteindelijk zijn jullie wel gestopt met het aanleveren van strookjes

René: We hebben het verhaal netjes afgemaakt. Ik geloof dat er in die contracten staat dat je het vier weken van tevoren moet aankondigen als je er mee ophoudt en dat hebben we dan ook gedaan, bij de kranten die overbleven. De Brabantse kranten die zo nodig hysterisch moesten doen en ons er meteen uitflikkerden, zijn na twee maanden nog bij ons teruggekomen of we misschien wilden terugkomen.

Eddie: De lezers misten ons.

Wat is dan precies de reden geweest dat jullie het verhaal hebben afgerond?

René: We voelden er niks voor om tot ons pensioen door te blijven tekenen, alleen vanwege de zekerheid. Eddie zei ooit: 'Als je in de tram zit dan stap je eruit wanneer je eruit moet en je blijft niet zitten tot de remise omdat je zo'n lekkere zitplaats hebt, of omdat het zo warm is.' Dat vond ik mooi uitgedrukt. Als het verhaal voltooid is, dan is het voltooid.

Wat hebben jullie daarna gedaan?

René: Niks

Hoe hebben jullie je tijd dan gevuld?

Eddie: Er is genoeg te doen natuurlijk; je hebt je familie en je hebt je vrienden.

René: We moesten de oude studio nog helemaal inpakken, want die hebben we meteen gesloten.

Eddie: Je hebt een soort klein bedrijfje samen, dat klinkt heel lullig, maar dat is wel zo.

Ik heb ok het verhaal gehoord dat jullie Mark Retera hebben gevraagd om Heinz over te nemen. Hoe zit dat?

Eddie: Mark is onze vriend, onze man. Zijn antwoord was: dat wil ik wel doen, maar dan moeten jullie Dirkjan overnemen. Hij had ons schaakmat gezet.

Uitgever/distributeur Hansje Joustra (Oog & Blik / Het Raadsel) over Heinz

Wat betekent het stoppen van Heinz in stripvorm voor u?

Hansje Joustra: Als uitgever betreur ik dat Heinz gestopt is, maar als vriend vind ik dat ze groot gelijk hebben. Als je elke dag zo'n dingetje moet verzinnen, dan heb je het op een gegeven moment wel gehad natuurlijk.

Is Heinz een goedverkopende strip?

Ja. Er worden bij de eerste ronde zo rond de 5.000 exemplaren gedrukt. Bijna alle albums zijn al herdrukt, sommige delen al bijna vijf keer. Ik verwacht dat volgend jaar de verkoopcijfers iets zullen teruglopen, omdat de strip dan alweer een tijdje niet in de kranten verschijnt.

Wat zal er nog allemaal van Heinz bij jullie uitkomen?

We zijn momenteel bezig met het herdrukken van deel 5 tot en met 10. In de loop van volgend jaar is dan de hele serie leverbaar. Verder komt er een tweede deel van De stomme wereld van Heinz. Die zal hoogstwaarschijnlijk volgend jaar rond de kerst verschijnen.

René: Maar hij is wel de beste van de nieuwe tekenaars. Hij is iemand die de grappen kan bedenken. Je kan ook verschrikkelijk met hem lachen.

The return of Heinz

Zullen we Heinz ooit nog terugzien?

René: Ja hoor, we zijn momenteel bezig met een tekenfilm over Heinz. Het wordt dé kerstfilm van 2003. Oorspronkelijk was 2002 het plan, maar dat halen we niet. Ik denk dat Heinz - en sowieso alles wat we getekend hebben - al behoorlijk tekenfilmisch is. Tekenfilms hebben ons ook altijd al gefascineerd. Op de lagere school draaiden we bij voorbeeld al de filmpjes van Felix de Kat. We hadden toen, samen met nog een jongen, ene filmclub. Dan huurden we wat filmpjes en hielden een voorstelling, waarbij iedereen moest betalen. Het geld staken we in onze zak. We verkochten dan ook drank. Ondertussen vertoonden we echter wél goeie filmpjes, die nu nog steeds tot het erfgoed van de cultuur behoren, namelijk de flimpjes van Felix de Kat en af en toe een heel oud Disney-filmpje, maar dan wel een héle oude, dus voordat het vervelend werd. Onze medeleerlingen vonden dat natuurlijk hartstikke leuke avonden, maar wij zaten daar pas écht te genieten. Die filmpjes kon je overigens toentertijd gewoon meekrijgen bij het Filmmuseum. Die man die ons daar hielp vond het zo leuk dat wie die filmpjes wilden hebben, dat we niet eens hoefden te betalen. Ik heb nog steeds het idee dat er sindsdien nooit iets beters is gemaakt dan de filmpjes die wij toen vertoonden.

Eddie: En misschien kunnen we nog steeds zoiets maken. Niet dat schreeuwerige waar ze nu mee bezig zijn, want dat is gewoon kut.

René: Dat is de boel besodemieteren en met valse emoties werken. Dat is helemaal niet wat wij willen. Wij willen het helemaal puur en gezond houden. Dat is erg ouderwets, maar misschien lukt het wel. Onze producent, Joost Ranzijn, vroeg ons wat het voor een film werd. Ons antwoord was: 'Een anarchistische roadmovie die zich hoofdzakelijk op zee afspeelt.'

Hebben jullie al een idee voor een verhaal?

Eddie: Dat komt vanzelf wel. Iedereen wil altijd weten hoe het gaat lopen. Geef me een paar minuten en ik doe het wel.

Wordt het een avondvullende tekenfilm?

René: Het wordt een avondvullende, anarchistische roadmovie die zich hoofdzakelijk op zee afspeelt. Weet je wat het is? Je begint er aan en je ziet wel. Je kan natuurlijk een tekenfilm maken van tien minuten en daar ben je dan twee jaar mee bezig, maar je kan ook een tekenfilm van tachtig minuten maken en dan ben je daar ook twee jaar mee bezig, als het goed loopt. Ik zie onze film eerlijk gezegd liever in de bioscoop dan op de televisie. Als er toevallig op het andere net voetbal is, dan kijkt er niemand. Ik zie het wel zitten om er een bioscoopfilm van te maken, met popcorn en een voorprogramma en nieuws.

Wat het precies wordt weten we nog niet. We zijn momenteel nog in de fase van het verkennen. Het ene moment weten we niet hoe we het allemaal voor elkaar moeten krijgen en het volgende moment zien we het helemaal zitten. Het ene moment denken we: 'Moeten wij dat allemaal gaan tekenen? Dat lukt nooit. Dan moet je er studio's bij gaan halen.' Het andere moment, als we Heinz op een computer - appartuur waar we nooit hoog van hebben opgegeven, maar die we ondertussen wél hebben aangeschaft - zien lopen, moeten we onze theorieën bijstellen en denken we: 'Het gebeurt toch!'

En als het geen Heinz-film wordt, dan wordt het een andere film. We hebben ons nu ingesteld op bewegende beelden en dan zullen we ook bewegende beelden maken!


Dagbladtekenaars over Heinz

Martin Lodewijk (Agent 327): Ik vind het ontzettend jammer dat de jongens er mee opgehouden zijn. Heinz is echt één van de beste strips van Nederland. Ik was ook zeer vereerd toen ze plaatjes uit mijn strip over Piet Heyn gebruikten voor hun strip.

Hec Leemans (Bakelandt): Ik moet eerlijk bekennen dat ik de strip niet zo goed ken. Is het niet zo dat die strip door een ongelukkige geschiedenis uit de krant is gewipt? Ik vind dat enorm flauw van die krant. Een tekenaar kan wel eens rust nodig hebben. Het is volkomen normaal dat je eens een maand of zes pauzeert. En dan de mensen als echte misdadigers behandelen, dat vind ik echt helemaal te erg.

Hanco Kolk (Single): Ik vond Heinz altijd geweldig.

Gerrit de Jager (onder andere Liefde en Geluk): Ik vind het ontzettend slap dat ze gestopt zijn. Ooit heeft Peter de Wit gezegd: 'Als je met een dagstrip zo'n beetje vijftien jaar bezig bent, dan begint het net een beetje op stoom te komen.' En dan moet je dus just door. Ik vind het uiterst teleurstellend, ook omdat ik het jammer vind om die strip te missen. Soms las ik de krant helemaal niet, maar in ieder geval las ik Heinz. Het is voor mij als tekenaar ook altijd een bron van inspiratie geweest. Het lijkt allemaal zo gemakkelijk, maar je weet inmiddels hoe moeilijk het voor ze was om het te maken. Al dat getob en gehannes was echter helemaal niet terug te zien in de strip zelf. Het eek zo vanzelf te gaan en dat sprak me enorm aan.

Jesse van Muylwijck (De rechter): Heinz was een goeie strip, omdat de hoofdfiguur zo sterk was. Ik vind de Nederlandse krantenstrip van de laatste jaren - en daar hoort Heinz ook bij - sowieso van een hoog niveau.

Willem Ritsier (Zodiac-scenarist): Het was een leuke strip, maar de rek was er een beetje uit. Bij komische strips is na ongeveer vijf jaar de rek er sowieso uit. Daarna wordt het voorspelbaar en ga je jezelf herhalen. Kijk maar naar De stamgasten: we hebben al veertig keer hetzelfde voorbij zien komen.

Minck Oosterveer (Zodiac-tekenaar): Zo'n strip als Heinz zou ik zelf nooit maken, maar ik kan me er we lekker in uitleven als ik het lees.

Rob Derks (Pakje Bakmeel): Vaak twijfel ik over het inhoudelijke gedeelte van een zojuist getekend Pakje Bakmeel-strookje. Ik vind dan altijd troost in het lezen van Heinz. Heinz gaat namelijk helemáál nergens over. Daarom is het bijzonder vervelend dat De Jong en Windig zijn gestopt met deze briljante strip.

Jean Marc van Tol (Fokke en Sukke): Ik wil hier niet aan meewerken.

Peter de Wit (Sigmund): Het is nog elke dag een groot gemis. Ik vind het heel jammer dat ze er niet mee zijn doorgegaan. Ik dacht dat het een grapje was dat ze zouden stoppen en dat ze wel weer verder zouden gaan, maar blijkbaar is dat toch niet zo.

Toon van Driel (onder andere De Stamgasten): Als je ziet hoeveel ik en Gerrit de Jager en Hein de Kort doen, dan vraag ik me af waarom Windig en De Jong het met z'n tweeën niet meer aankunnen. Het zal wel aan een gebrek aan fantasie liggen. Je plaatst er toch gewoon wat beesten bij en voor je het weet heb je een wereld.