Amsterdam, vrijdag 26 mei 1995

Operatie Krabbelwerk

HANS HOEKSTRA

ZATERDAG werd in Athenaeum Boekhandel het boek Wijdlopige, brede en waarachtige beschrijving van de ongelukkige reizen van het schip de Visstick en haar gezagvoerder Kapitein Iglo ten doop gehouden. Met broodjes haring. Het boek, in de flaptekst aangeprezen als 'een boeddhistische trap in het aangezicht' heeft niet alleen een lange titel maar ook een lange voorgeschiedenis. De afvaart van de Visstick, middelpunt der zeven zeeën, moest voordurend worden uitgesteld.

De tekst van Erik Bindervoet, Robbert-Jan Henkes en Frans Bakker was allang klaar, maar de tekeningen van de aangemonsterde illustratoren René Windig en Eddie de Jong wilden maar niet van de tekentafel komen. De tekenaars van Heinz begonnen vol goede moed aan het karwei, maar kwamen piepend en zuchtend tot stilstand.

Windig: 'Het werd algauw vervelend om te doen. Je zit een tekst te illustreren en dat gáát maar door.'

De auteurs van het in de flaptekst aangeprezen 'in zijn onvolkomenheden geniale epos over een kapitein die kan doorgaan voor de belichaming van de evolutie' zijn bewonderaars van de in de flaptekst als 'meesters van de tekenpen' aangeprezen tekenaars. Hunkerend hingen ze boven de tekentafel van Windig en De Jong. Maar er gebeurde niets.

Windig: 'In het begin probeerden we hun aandacht af te leiden met spelletjes. Blikje schieten, vlakje flikkeren, blikje lopen, muntje gooien. We hebben ook veel gepimpampet. Van een bierviltje maakten we een draaischijf en iedereen moest dan vragen inleveren. Door al die spelletjes viel het minder op dat we helemaal niet aan het illustreren waren.'

Maanden verstreken en uitgever Jaco Groot had de moed al opgegeven. De tekeningen waren er nog steeds niet.

Windig: 'We waren toen net een tijdje met Heinz opgehouden, we hadden dus alle tijd. Maar het vreemde is: als je maanden bedenktijd hebt, blíjf je aan het bedenken en dan komt er niets.'

Dat het boek, geïllustreerd en wel, er toch kwam is te danken aan de door Windig en De Jong bedachte Operatie Krabbelwerk. Waarom het boek niet verluchten met krabbels, droedels, tekeningen in opbouw en tekeningen in afwachting waarmee hun tekentafel zo rijk bezaaid was, zo bedachten ze.

Windig: 'Op de academie noemden ze dat telefoontekeningen. De krabbeltjes die je gedachteloos maakt als je zit te bellen. We hebben toen met de schrijvers afgesproken dat ze iedere zondag langs konden komen om wat van die tekeningen te verzamelen. Daar hebben we er zat van. Ze staan op ons tekenblad, op bierviltjes, onderaan pagina's van Heinz-schetsen, op velletjes waar we onze penselen op afstrijken, in onze agenda die de saaiheid van onze bestaan zo treffend illustreert, op gele memoblaadjes, op enveloppen en op onbetaalde rekeningen.'

'Soms zie je opeens in een koffievlek op tafel een leuke tekening, maar een tafel kun je niet onder het kopieerapparaat leggen. We hebben ook nog een tekening rond de schuif op een deur in het atelier gemaakt - die schuif is de neus - maar die staat ook niet in het boek. De schrijvers hebben tijdens de presentatie van het boek nog een lijst voorgelezen van de plaatsen waar ze tekeningen vandaan hadden gehaald. Het was een lange lijst.'

'Wij maakten trouwens wel van tevoren een selectie. Het was echt niet zo dat de schrijvers in onze privéspullen gingen neuzen. Ze zijn erg discreet en respectvol te werk gegaan. We hebben dit noodgedwongen zo gedaan, maar achteraf is het resultaat veel leuker dan hapklare illustraties.'

Copyright: Het Parool