'Het is met strips net als met de popmuziek, je moet 'n hit maken'

door Frans Kotterer

De vroege passant in de Amsterdamse Warmoesstraat is een speelbal van het Nederlandse klimaat. Doch hij zet door, de kraag omhoog en de rug gekromd. Zijn doel is nummer 141. Daar, achter porseleinwinkel Kretz kraakt het in hersenpannen en krassen tekenpennen. In het achterhuis is de tekenfabriek Gezellig en Leuk gevestigd. Met employees als Aart Clerkx (bekend van De Komeet), het duo René Windig en Eddy de Jong (bekend van Rockin' Belly, die regelmatig op de pagina Goochem staat en Dick Bosch), Paul Bodoni, Peter Pontiac (de jongste aanwinst van de tekenfabriek) en Marc Smeets. Artiesten wier namen borg staan voor oorspronkelijkheid en kwaliteit, maar wier werk tegelijkertijd opvallend moeilijk de weg vindt naar de boekenkast van de consument.

De tekenfabriek bijeen: van links naar rechts: Eddie de Jong, Paul Bodoni, de jongste aanwinst Peter Pontiac, zakelijk leider Theo van Boven, Aart Clerkx en René Windig.

Foto: Wubbo de Jong



De tekenaars zijn, en ook dat is opvallend, hun eigen uitgevers en verspreiders. Men verkoopt aan huis en in de betere strip- en boekhandel. Om de produkten op grote schaal aan de man te brengen, is een zakelijk leider aangesteld, Theo van Boven. Uiteraard woont Van Boven ook boven, namelijk op de eerste verdieping. De jonge manager opent de deur en loodst de bezoeker tussen het porselein naar het stripwalhalla. Windig treft voorbereidingen voor enkele dampende koppen in de geïmproviseerde keuken, terwijl Peter Pontiac toekijkt. Hoewel de kachels loeien is het raadzaam de jas voorlopig aan te houden. Paul Bodoni, vermomd als kozak, verricht achter een bureau enige onduidelijke werkzaamheden. Aan de wanden enkele kandelaars met brandende kaarsen. Tegen de muur staat open en bloot een toiletpot, waar in vroeger tijden enkele wanden omheen hebben gestaan. De wc is bij vlagen nog in gebruik, doch alleen voor urineren en dan alleen nog maar door heren.

In de belendende kamer - boven de deur brandt een rode lamp met de tekst 'Niet storen als het licht brandt' - hangt Aart Clerkx in een duisteren hoek enkele millimeters boven zijn tekentafel. Zijn bril heeft hij even afgezet. Boven de tekentafel een lampje dat het neit doet. "Donker hier," zegt de bezoeker. Clerkx kijkt enigszins kippig op en zegt dat hij er inderdaad iets aan zou moeten doen.

Het wachten is nog op Eddy de Jong die zich, getooid met honkbalpet, na luttele minuten meldt. De koffie is inmiddels klaar, de kruidkoek gesneden en niets staat een gesprek meer in de weg. Met de antwoorden op de vragen is iets vreemds aan de hand. Ze worden gegeven in de voor de stripwereld typische 'Kwik, Kwek en Kwak-stijl.' De heren antwoorden zelden langer dan één zin, die dan vaak wordt voortgezet door een ander en waar tenslotte een derde of zelfs een vierde een punt aan draait. Ter wille van de sfeer is besloten die stijl zoveel mogelijk te handhaven. Een regelmatig terugkerende bron van hilariteit is als één artiest zegt 'Gezellig', waarop iedere willekeurige collega komt met de afmaker '...èn leuk'. Dit gebeurt zo vaak, dat is afgezien van een met regelmaat terugkerende vermelding. De lezer kan elk moment dat hij/zij dat wil 'Gezellig...én leuk' invoegen.

Gekozen is voor de volgende rolverdeling: A = Aart Clerkx, P = Paul Bodoni, R= René Windig, E = Eddy de Jong, vB = Theo van Boven. De nieuwe aanwinst Pontiac mengt zich niet in het gesprek. Smeets is afwezig.

Jullie hebben allemaal een verleden bij uitgeverij Espee van Ger van Wulften, die een paar jaar terug nog een rijk gevulde stripstal had met mensen als De Jager en Stevenhagen (ooit operend als Prutswerk) -en jullie dus.
Een slechtere binnenkomer was niet mogelijk geweest. De tekenaars willen Van Wulftens naam het liefst niet meer noemen en hebben het bij voorkeur over 'die man'. De oor- zaak van het conflict heeft met geld te maken.

Hoe kwamen jullie dan toch bij zo'n man terecht?
A: Willem de Ridder (Hitweek en Aloha, FK) heeft ooit gezegd dat niemand ons werk met een tang wilde aanpakken. Dat klopte, behalve Van Wulften dan. Nou zeg ik die naam tóch.
P: Grote uitgevers zijn pas geïnteresseerd als je naam hebt.
A: Het is ook mode op die man af te geven. Elke tekenaar heeft hem in albums altijd afgeschilderd als een boef en een schurk. wat hij overigens prachtig vond. Maar je moet toch ook zeggen dat hij ons werk wel uitgaf. Dat heeft hij toch maar gedaan. (Iedereen knikt instemmend) Het leukst is dat hij het bandje Doe Maar ooit heeft afgewezen, omdat hij niks in die muziek zag. Een maand later waren ze razend populair. Ik denk dat hij daar een tijd naar van heeft gedroomd.

In 1984 werd het album Fnirwak van Windig en De Jong door het Stripschap uitgeroepen als album van het jaar. Net in dat jaar had Van Wulften een conflict met het Stripschap.
R: We waren toen net weg bij die man. We mochten van hem niet naar de Strip-3-daagse in Breda, maar we zijn natuurlijk toch gegaan.

Jullie kregen twee penningen, omdat jullie een duo zijn. Een daarvan hebben jullie meteen in jullie stand verkocht.
R: Voor tweehonderdvijftig gulden. E: De andere hebben we gehouden, ook al omdat er een schrijffout in de inscriptie is gemaakt: Strapschapspenning.
R: We moesten hem ook wel verkopen, want we hadden geen geld meer voor de trein terug. Ik had. liever een geldprijs gekregen.

Na Van Wulften dachten jullie: leuk, een tekenfabriek. Hoe loopt die?
A: 't Is winter.
E: Ieder voor zich.
P: Aart wilde eigenlijk vier bedden boven elkaar met glijbanen, die uit zouden komen achter de tekentafels.
A: Zo werken Japanse striptekenaars. Ze slapen in de studio. 's Ochtends vroeg worden zeggewekt, even wat oefeningen doen en aan het werk. Vijf minuten theepauze en weer door. Die hebben een gigantische produktie.
R: Daar moeten wij ook naar toe, naar een gigantische produktie.
P: We zijn nu druk bezig met een blad Opus 8, ter ere van een stripmanifestatie op 13 maart in Oktopus. Behalve van onszelf staan daar ook bijdragen in van tekenaars als Kamagurka, Smeets en Hein~de Kort.
vB: Er staat ook heel wat op stapel. P: Een nieuwe Dick Bosch, getiteld Kees den Tippelaar. Een album Rockin' Belly. Een detective van Aart. En een boek van mijzelf: Twee Alfredo's op een groene prairiewolf. E: Is dat nieuw werk?
P: Oud èn nieuw.' Maar ik ben bang dat dat even`wordt uitgesteld, want ik ga eerst naar Suriname.

Ik heb niet de indruk dat jullie kunnen leven van de strip. Allemaal uitkeringen?
R: Ja, alleen Eddy heeft een baantje. P: We zouden gewoon de functie van staatstekenaar moeten hebben.
A: Onze produkten zijn vreselijk goedkoop, vijf piek. Als je een oplage van tienduizend per boek hebt, hou je er iets aan over. De Komeet bij voorbeeld heeft een oplage van duizend.
P: Het netto-resultaat is in champagne omgezet. Daar bij de deur staan trouwens nog zeshonderd exemplaren van De Komeet.
A: Je weet dat je geen geld verdient met het werk dat je zelf doet. Misschien hou je aan zo'n album vijfhonderd gulden over. Voor een reclame-opdracht verdien je dat in een mid- dag.
P: Over 76 jaar kan je weer verdienen aan De Komeet, want dan is-ie weer in de buurt. A: Rond l3 maart verkoop ik er wellicht nog een paar, want dan komt een ruimtecapsule vlakbij de staart van de komeet van Halley en worden er weer allerlei gegevens naar de aarde doorgestuurd.
R: Het is trouwens wel oppassen geblazen met die komeet. De Challenger is ontploft, Aart is van twee trappen gevallen.
A: Kometen brengen altijd onheil. Koningen en prinsen overlijden. R: Ik ben door m'n hond gebeten. P: En ik heb een auto aangereden met m'n fiets.

Een strookje 'Rockin' Belly' van Windig en De Jong

Misschien moeten jullie de prijs van julie produkten verhogen. Jullie werk wordt nu door een groep liefhebbers gekocht en...
A: ...die zijn wellicht ook bereid een tientje neer te tellen. Misschien. R: Je hebt ooit op een album gezet vijf piek. Tot nader order is dus alles vijf piek. A: De meeste albums zijn f 6,95. Dat is typisch een bedrag waar ook de tussenhandel iets aan verdient. Wij doen alles zelf, dus kan het goedkoper.

Jullie verdienen er geen cent aan. Waarom doen jullie het?
R: Waarom schrijf jij in de krant? Toch ook niet alleen voor je brood?

In principe wel. Als ik veel geld had, zou ik geen vaste baan hebben maar zo nu en dan een verhaal schrijven.
A: Maar je wilt dus wel dat je verhalen afgedrukt worden. P: We vinden het allemaal leuk om krantjes te maken. R: We hebben een goede drukker, die ook trots op z'n werk is. A: Je verhalen in druk zien. En er indruk mee maken.

vB: Als een album klaar is, is het traditie dat één van de andere tekenaars het op een ochtend van zeven tot negen bij het Centraal Station probeert te verkopen. R: Ik heb De Komeet verkocht. Dat viel niet mee. Die mensen hebben zo'n haast. die hebben helemaal geen tijd om te stoppen, laat staan om iets te kopen. Ik heb er één verkocht. A: Het is met strips net als met popmuziek. Je moet een hit maken. vB: De AKO-keten had eerst wel belangstelling en later weer niet. De inkoper van de Bijenkorf durfde geen beslissing te nemen.

De 'nieuwe journalist' Rinus Remington, een creatie van Aart Clerkx

En een optreden in het tv-programma Wordt Vervolgd van Han Peekel? Dat is goed voor de bekendheid.
R: Porky Peekel? Het schijnt dat je daar niet in komt als je tegen dat programma bent. Ik kijk voor de tekenfilms, maar die buitelen steeds van de buis. Zit je naast de tv te kijken waar het blijft. A: Dat is toch voor kinderen?

Jawel, maar die kinderen hebben ouders en die kopen toch vaak de albums.
P: Laatst vertoonde Peekel een fragment uit de ingekleurde tekenfilm van Betty Boop. Dat is gewetensvol gedaan, maar ik merkte tot mijn stomme verbazing dat er opeens discomuziek onder was gezet. Onder Betty Boop!
R: Betty Boop inkleuren is al een schande.

Jullie zouden ook tekenfilms kunnen maken. Een aflevering maken en daarmee de omroepen langs.
R: We zouden het liefst tekenfilms maken. E: We hebben er ooit één op acht millimeter gemaakt. R: Maar daar heeft de kat z'n tanden ingezet. Hij heeft er eerst mee gespeeld en toen ontdekt dat het lekkerder was dan Brekkies.

Het nadeel van de tekenfilmmarkt is, dat hij verziekt wordt door goedkope en heel slechte Japanse produkties.
A: Ja, dat klopt, want Japanse tekenaars hebben een gigantische produktie. Die slapen namelijk boven hun tekentafel en 's ochtends vroeg...

De produkten van Tekenfabriek Gezellig en Leuk zijn af fabriek leverbaar. Adres: Warmoesstraat 141 hs, Amsterdam (020-239960, vragen naar Gezellig en Leuk). Op hetzelfde adres is tevens nog verkrijgbaar het ooit bij uitgeverij Espee verschenen album Fnirwak, dat in 1984 werd uitgeroepen tot Nederlandstalig album van het jaar. Op 13 maart is de tekenfabriek het stralend middelpunt van een stripmanifestatie in Oktopus. Keizersgracht 138, Amsterdam.

Een gedeelte van een pagina van Paul Bodoni