Interview met de scheppers van de gemoedelijke stripkat Heinz

Homerus en Carmiggelt tegelijk


Na dertien jaar houden striptekenaars René Windig en Eddie de Jong op met de avonturen van de kat Heinz. Afgelopen zaterdag fietste het beestje de krantenpagina's uit.

Door WILFRED TAKKEN

AMSTERDAM, 1 MEI. Op een driewieler reed de stripkat Heinz zaterdag voor het laatst de zonsondergang tegemoet. Na dertien jaar Heinzstrips maken voor zo'n dertig kranten, waaronder Het Parool, zijn de Amsterdamse tekenaars René Windig en Eddie de Jong voorgoed gestopt. De fans die in de loop der tijd zielsveel van de gemoedelijke kat zijn gaan houden, treuren om het vertrek van Heinz. Maar voor Windig en de Jong is het inleveren van de laatste strip reden voor een feestje. In hun kraakpandachtige studio aan een Amsterdamse gracht, met veel plaatjes van muze Dolly Parton aan de muur, genieten ze van hun vrijheid met een paar blikjes bier. De Jong: "Zie je ons mokken? Wij lachen ons de pest."

Windig: "We hebben lange tijd zitten denken over een passend einde. We wilden Heinz eerst laten trouwen met Ollie B. Bommel. We hadden ook bedacht dat Heinz zou reïncarneren in een boeddhistische monnik. En dat die monnik dan een golfbal in het water zou slaan. Maar uiteindelijk lieten we hem gewoon op een fietsje wegrijden."

De tekenaars zijn gestopt omdat de ideeën uitgeput waren. De Jong: "We hebben gewoon alles al gedaan. Heinz is een reus geweest, een dwerg, een vierkant, hij is op Mars geweest. Ja, wat moet je dan nog? Je kan hem niet nog een keer naar Mars sturen. Het gevaar was dat we in herhaling zouden vervallen, dat Heinz te voorspelbaar, te stripperig zou worden. Wat stripperig is? Kuifje is bijvoorbeeld stripperig, de latere Suske en Wiskes zijn ook heel stripperig, die gaan steeds weer naar de Flippende Flapper."

De schoolvrienden Windig en De Jong begonnen hun loopbaan in 1974 bij Donald Duck. Heinz verscheen voor het eerst in 1985 als huisdier van stripheld Rockin' Belly. Twee jaar later kreeg hij zijn eigen strip in Het Parool. In 1991 wonnen Windig en De Jong de Stripschapprijs voor hun hele oeuvre. Heinz stond inmiddels in meer dan dertig regionale dagbladen. De dikke rode kater woont samen met de zwarte kat Fritz. Heinz kan nooit lang thuiszitten. Dus gaat hij wandelen, naar het café, of op reis naar onbewoonde eilanden, mythische oorden, sprookjeswerelden. Windig: "Heinz is Homerus en Carmiggelt tegelijk. De strip is één grote homerische vertelling, maar er zitten ook kleine straatstukkies in."

De Jong: "Heinz, dat zijn wij zelf." Windig: Hij is in de loop der jaren wel veranderd. Vroeger had hij meer tandjes en snorharen."

De Jong: "En meer kussentjes onder zijn voeten."

Windig: "Heinz was vroeger chagrijniger, hij liep vaak te kankeren. Nu is hij meer een berustende toeschouwer. De grappen komen nu van de bijfiguren. Schildpad Jodocus doet al vanaf het begin mee. Nieuwere bijfiguren als Augustus en Jan en Jaap van het eiland Janjapië blijven ook steeds terugkeren. Maar we hebben ook een keer een loldwerg gehad, die heeft het maar twee dagen volgehouden."

De Jong: "We tekenen en verzinnen alles samen. Het is heel swingend, net als samen muziek maken. We hebben het meeste plezier in gezichtsuitdrukkingen tekenen. Daaruit komt meestal de grap voort. Ik vind het grappigste als Heinz keihard met zijn kop tegen een lantaarnpaal loopt. Ook vinden we het leuk om mensen met rare koppen te tekenen."

Windig: Vroeger op school zaten we op de stoep te kijken naar de imbecielen die langsliepen. We kwamen een keer uit het Centraal Station. Toen liep daar een man te zingen: 'Ik voel me zo pluk, pluk, pluk!' Dat hebben we later in een Heinz gebruikt."

De Jong: "Uit het leven gegrepen."

Het afscheid van Heinz komt niet helemaal onverwachts. In 1992 stopten de tekenaars ook met de Heinz, om hem later zijn come- back te laten maken. Vorig jaar zagen kenners het einde reeds naderen met de 'OHS-affaire' ('oude Heinzstroken affaire'). Zonder de redacties of de lezers in te lichten, plaatsten Windig en De Jong lange tijd oude grappen in de krant. Toen dit uitkwam, werd Heinz bij verschillende zuidelijke dagbladen eruitgegooid. Windig: "We zaten niet vast met het verhaal, dat liep wel goed. Maar we hadden allerlei rottigheid in ons persoonlijke leven. We deden echt ons best, maar het lukte niet. Dus dachten wij: we sturen een keer een paar oude op. Dat liep uit op een paar maanden recyclen."

De Jong: "We wilden de boel echt niet besodemieteren. Iedereen kon toch zien dat het oude stroken waren." Windig: "Als Toon Hermans een ballon, een ballonnetje zingt, zeurt toch ook niemand dat het geen nieuwe liedje is."

Veel vrienden en journalisten vragen aan Windig en De Jong wat ze nu gaan doen. Soms antwoorden ze: 'bouwputten kijken, met de handen op de rug', soms zeggen ze: 'zingende pollepels verkopen, huis aan huis'. De waarheid is dat ze het niet weten. Vanochtend zijn de werkloze tekenaars gewoon naar hun studio gegaan. Om gezellig samen niets te doen. Er verschijnen nog twee Heinz stripboeken met de oogst van het afgelopen jaar, en een laatste bundel met alle niet gepubliceerde stroken. De Jong: "En misschien gaan we zo nu en dan nog een Heinz tekenen."