Dagelijks Gezellig En Toch Leuk

Windig en De Jong over het leven in de Nederlandse krantenstrip

door Har Brok

(foto: Pieter van Oudheusden)

In het Striplexicon der Lage Landen Wordt Vervolgd ontbraken ze nog, maar de stripliefhebbers die ze op een rijtje hebben kennen het stripduo Windig en De Jong middels interviews in Stripschrift (nr. 156 - 1982) en zozolala (nr. 33 - 1987). Het sprakelende duo ontbrak niet geheel in Kousemakers Stripleksikon, want onder het trefwoord Gezellig en Leuk werd wel een blad vermeld dat door hen was volgetekend en uitgebracht. Begonnen op de middelbare school als tweevijfde deel van de 5 Slijmerds (met Hans van Amstel, Hans Niepoth en Hans Rorh als vaste krachten) publiceerden Windig en De Jong Gezellig en Leuk, twee clichees die in de turbotaal van 1973 hoog scoorden, dat intussen gevuld was met veel ellende, waar overigens hard om te lachen viel. Gezellig en Leuk werd door de anonimiteit van de makers allengs het pseudoniem van Windig en de Jong. Met het album Fnirwak werd an ook het duo Gezellig en Leuk bekroond met een Stripschapspenning in 1984. Eind 1985 werd in Amsterdam de Stichting Gezellig en Leuk opgericht met Paul Bodoni, Aart Clerkx, Theo van Boven, Mark Smeets, Eddie de Jong en Rene Windig, waardoor beiden laatstgenoemden afstand deden van hun pseudoniem en "gezellig en leuk" eigenlijk meer als hun motto zagen, al zien ze de afkorting G en L ook als hun norm om strips te maken die "goed en leesbaar" zijn. Sinds geruime tijd publiceren Windig en de Jong in Het Parool de dagstrip Heinz en sinds kort de weekstrip Dick Bosch. Heinz verschijnt inmiddels ook in de Goudsche Courant, de Haagsche Courant, het Rotterdams Nieuwsblad, Het Nieuwsblad, het Brabants-, Helmonds- en Eindhovens Dagblad en daarmee staan ze in de oplage-top tien van de Nederlandse dagbladen op een tiende plaats met ruim 600.000 verkochten eksemplaren per dag. Sinds de dramatische terugval van de stripweekbladen in Nederland, waarover elders in het jaarboek uitvoerig bericht wordt, is de rol van de krant als publikatiekanaal van origineel Nederlands stripwerk serieuzer te nemen dan ooit en vooral ook daarom begeven we ons naar de studio van Gegzellig en Leuk in de Amsterdamse Warmoesstraat. Achter de Condomerie Het Gulden Vlies, waarover hier geen grapjes, spreken we met Eddie de Jong en Rene Windig over strips in dagbladen. Een gesprek vol zijpaden, die we hier niet zullen bewandelen.

- Jullie hebben in verband met jullie dagstrip Heinz de gehele Nederlandse dagbladpers benaderd en daardoor hebben jullie een recent beeld van het stripbeleid in dat medium. De laatste stripdoorsnede dateert alweer van vijf jaar terug (8 januari 1983); hoe staat het ervoor met de Nederlandse strip?

Het Nederlandse aandeel is toegenomen, dat wil zeggen het van oorsprong Nederlandstalige deel waaronder als absolute koploper Suske en Wiske.

- Dat is opmerkelijk, want buitenlandse strips zijn goedkoop. Zijn de prijzen van de Nederlandse strips gedaald of is er volgens jullie echt sprake van een veranderend beleid?

De Amerikaanse strips zijn nog steeds vreselijk goedkoop. Het is eerder een kwestie van beleid. Ik geloof dat die nieuwe Amerikaanse strips toch niet echt aanslaan. Ze geven een beeld van de Amerikaanse maatschappij en de hoofdredakteuren hebben nu over het algemeen toch liever een strip die bij de Hollandse maatschappij aansluit.

- Dat is ook een verschil met vroeger, hoofdredakteuren met een mening over strips die in hun krant gepubliceerd worden. Vroeger was dat toch een sluitpost die viel onder de foto- en puzzelredaktie.

Nou, wij hebben tot nu toe steeds te maken gehad met de hoofdredakteur die met ons onderhandelt en zijn keuze aan de redaktie voorlegt. Alleen bij Het Parool is dat niet via de hoofdredakteur gelopen.

- Hoe is dat bij jullie begonnen? Zijn jullie benaderd of is het idee van een dagstrip bij jullie geboren?

Een kwestie van puur toeval. We publiceerden eens in de zoveel weken een aflevering van Rocking Belly in Het Parool, dat was ons gevraagd door Hans Hoekstra (van de jongerenpagina Goochem. HB). Op een gegeven moment ging Gerrit de Jager met zijn strip Liefde en Geluk van Het Parool naar het Algemeen Dagblad en Hoekstra vroeg ons toen die dagstrip op te vangen. Dat hebben we toen gedaan door snel Heinz te bedenken. Nou ja, bedenken, Heinz was al de kat van Rocking Belly.

- Dat klinkt zo soepeltjes, maar dat moet toch een behoorlijk serieuze beslissing geweest zijn, een dagstrip is niet iets wat je er even bij doet, integendeel!

Het was niet helemaal nieuw voor ons, we hadden in De Waarheid al ervaring opgedaan met een datstrip Dick Bosch, die later trouwens ook in het Brabants Nieuwsblad liep.

- Maar was dat ook een doorlopende strip?

Heinz is een doorlopende strip die uit gags bestaat, bij Dick Bosch was er nog sprake van een verhaal en daarvan hebben we er een paar gemaakt. We zaten toen nog bij Van Wulften en die heeft ons eigenlijk in de krant gelanceerd samen met Hein de Kort, Eric Schreurs, Stevenhagen en zo. Van Wulften had De Waarheid drie strips toegezegd en bij toebeurd hebben we die verzorgd. Het aardige was dat we allemaal zo'n beetje uit dezelfde hoek kwamen. We konden elkaars strips overnemen en onze figuren konden ook af en toe een overstapje maken. Zo kon het voorkomen dat Dick Bosch een kommetje suiker ging lenen in de strips van Wim Stevenhagen en Hein de Kort. Toen Stevenhagen met vakantie ging, kwam hij naar ons toe en vroeg of Dick Bosch de plantjes water kon geven bij Han en Hanneke. We tekenden dan onder de naam Han en Hanneke Dick Bosch in de krant.

- Leuk voor de lezers, maar ideaal voor een tekenaar die met vakantie wil zonder zijn strips te moeten onderbreken.

Zeker, nu kunnen we niet meer met vakantie, omdat we konstant door moeten werken. Heinz is trouwens even geleden ook op bezoek geweest in de strip Bartje van Willem Ritsier. We hadden namelijk in Het Parool Heinz uit zijn eigen strip laten verdwijnen om op te duiken op een onverwachte plaats elders op de jongerenpagina, maar in De Haagse Courant en Het Rotterdams Nieuwsblad kon dat niet, omdat daar de strips niet op een jongerenpagina staan, maar daarin staat wel weer Bartje en dus konden we hem daar op laten duiken. Zoiets vinden we leuk om te doen.

- Zijn jullie niet in staat om los van elkaar werk te maken?

Wel in staat, maar dat is niet zo leuk. Het moet wel eens als een van ons ziek is of een kater heeft, maar dan merk je toch al snel dat je net zo goed een ander baantje zou kunnen nemen.

- Jullie hebben al jullie stripwerk tot nu toe samen gemaakt?

Vanaf de middelbare school, al twintig jaar ongeveer. Het leuke is dat je samen nooit weet wat het gaat worden. Als je in je eentje werkt dan moet je iets verzinnen en dat is dan de lol. Als je dat zelfs nog eens helemaal moet gaan uittekenen dan is er geen lol meer aan. Voor het geld zou dat nog wel kunnen, maar voor geld kun je alles doen. Het leuke is nu dat je elkaar stimuleert en kontroleert, zodat het geen automatisme wordt.

- Bij prutswerk was het toch op den duur wel zo dat De Jager meer de ene strip deed en Stevenhagen de andere en omdat alles als gezamelijk produkt gepubliceerd werd, betekende dat dat de een de kritiek van de ander op zijn deel als storend ging ervaren om het nu wat simpel te verwoorden.

Stevenhagen en De Jager lagen veel verder uit elkaar dan wij, zij hadden te verschillende ideeën, dat blijkt. Wat zij samen gemaakt hebben was wel hartstikke leuk. Het begin apart was voor elk een stuk minder, maar ze hebben nu los van elkaar hun draai weer gevonden.

- Het gaat daar nu om, maar als je het mij vraagt dan mist Stevenhagen een goed scenarist terwijl De Jager grafisch onzeker is.

Daar is toch wel kentering in gekomen. Ze doen dat ieder voor zich toch goed terwijl ze erg produktief zijn.

- De Jager zit toch erg met kritiek op zijn tekenstijl, zelfs als die kritiek geuit wordt door iemand als Martijn Daalder die zijn persoonlijke mening tot wetenschap verheven heeft.

De Jager is sinds hij alleen werkt zijn eigen kritikaster en dat is moeilijk. Wij bekritiseren elkaar en we krijgen ook nog een oordeel van Paul Bodoni die hier ook werkt. Aart Clerkx is er in elk geval ook een keer in de week, dus we hebben meer weerwoord. Maar die tekenstijl, dat doet er niet zo toe. Je hoeft niet alles te kunnen. Vroeger vonden we dat wel. Als je maar een manier vindt om kwijt te kunnen wat je kwijt wilt, het maakt dan niet uit of je steeds meer vereenvoudigt. Achtergronden kunnen dan best simpel zijn of geheel ontbreken, daar gaat het niet om. Kijk nu eens al die Franse strips, die zijn helemaal gericht op de dekors en de figuren lopen daar als vervelende modepoppetjes houtering in rond. Dan zie ik liever een figuur die een duidelijke uitdrukking op zijn smoel heeft.

- Bij jullie Dick Bosch-strip streven jullie duidelijk wel naar een bepaald grafisch beeld.

Dat is zo. Anders dan bij Heinz, want daar zijn we zomaar ineens mee begonnen en de stijl voor een dagstrip beginnen we nu pas te pakken te krijgen.

- Hoe staan jullie tegenover Pieter van Straatens uitspraak dat hij met Vader en Zoon is opgehouden, omdat het hem allemaal te gemakkelijk afging op z'n laatst?

Dat kunnen we ons wel voorstellen, ja, in dat geval zouden we er ook mee stoppen.

- Waaruit ik konkluderen mag dat Heinz jullie nog moeite genoeg kost?

Jazeker, maar wij zullen het toch geen 17 jaar volhouden.

Van Straatens dagelijkse prent in Het Parool laat nu weer eens zien hoe goed hij kan tekenen. Haast een opluchting...

Maar na vijf jaar zakt dat misschien ook weer af. Met Heinz proberen we steeds weer wat nieuws te brengen, dat moet, ook voor onszelf. We kunnen Heinz en Frits (vaste bijfiguur in deze strip. HB) wel alsmaar aan een bar laten kletsen, maar dan draait het alleen nog maar om de tekst. Wij willen het ook visueel interessant houden. Een bar is natuurlijk wel verschrikkelijk makkelijk, omdat je om te beginnen maar halve poppetjes hoeft te tekenen. In geval van nood gebruiken we die truuk ook wel eens, als het kan.

- Jullie verwerken behoorlijk veel aktualiteit in Heinz, ik bedoel dat als het Pasen is, het ook in de strip Pasen is en zo.

Dat doen we zeker en we denken dat dat ook een van de redenen is voor een krant om juist Nederlandse strips te willen. Als het hier alsmaar regent, begint het in onze strip automatisch ook te regenen. In die zin is Heinz ook nog autobiografisch te noemen. Er is geen uitgewerkt groot verhaal van tevoren bedacht, van het een komt het ander, maar toch moeten we regelmatig beslissingen nemen over het verdere verloop. Heinz is nu bijvoorbeeld verliefd. Gaat hij trouwen of teleurgesteld in het vreemdelingenlegioen, een idee van Aart trouwens, dat moet wel beslist worden. Het moet een logische aaneenschakeling zijn. Je kunt alle kanten op maar je kunt niet meer terug.

- Hoe kwamen jullie aan Heinz' talenhobby. Die Japanse spraakverwarring?

We waren toen ineens in vreemde talen verzeild geraakt. Dat begon met een Marokkaanse grap en toen Hongaars en Russisch.

- Dat was echt te gek.

Maar je begreep er natuurlijk niets van. Het komische was namelijk dat die vreemde talen echt waren en betekenden wat we zeiden dat ze betekenden. Eddie heeft een beetje Japans gedaan en we kenden nog wat mensen die ons met die andere talen hielpen.Je moet trouwens Heinz ook als geheel lezen, dan zit er nog van alles in dat niet opvalt bij het dagelijkse vluchtige lezen. We hebben daarom nu een Heinz-bundeling in voorbereiding, waarin dat allemaal beter tot zijn recht komt. Zo'n dagelijks los strookje is behoorlijk beperkend, want je moet er voor zorgen dat iemand die er midden in valt de zaak ook kan begrijpen. Momenteel zijn we bezig met een reeksje, waarin Heinz en Frits samen in zo'n paardenvermomming rondlopen. Het probleem is dat we dan elke dag nog zo terloops even moeten uitleggen dat het geen echt paard is en dat Heinz en Frits erin zitten. Lastig hoor, kijk maar...

- Oh het gaat om een gekostumeerd bal, prima. Ik zie daar trouwens ook weer Donald Duck in aktie. Jullie hebben al meer andere stripfiguren en -dekors in Heinz laten optreden. Toonder was daar niet zo gelukkig mee, heb ik gelezen.

Ja, de Toonderstudio's vonden het heel leuk, maar of we er toch maar meteen mee wilden stoppen! Nou, we waren dat toch al van plan. De vader van Vader en Zoon komt ook af en toe in onze strips langs. Ook in onze strip Ome Cor in Het Parool.

- Ja, jullie hebben een maand of twee een wervingsstripje van dagelijks twee plaatjes in Het Parool gehad. Daar zijn jullie nu mee gestopt.

Dat stripje speelt aan de viskraam van Ome Cor en dat was een hele beperking. We konden alleen tekenen vanuit het standpunt van zijn klanten of vanuit Ome Cor zelf. Dus of de klanten van Ome Cor of Ome Cor zelf. Net zo'n beetje als bij die barscènes, waar we het net over hadden, en dat begon dus al snel te vervelen. Dan hou je alleen de tekst over.

- Die tekst was anders leuk genoeg.

Het was inderdaad een behoorlijk sukses, maar we konden Ome Cor of van voren of van achteren tekenen en als je dat 50 keer gedaan hebt, dan ga je je toch afvragen waar je eigenlijk mee bezig bent. we moesten Het Parool indirekt aanprijzen en aktueel zijn. Dat wil zeggen, Amsterdams aktueel, uit het leven gegrepen. Dat ging ons wel goed af, maar deze vorm was toch wat te beperkt voor ons. We waren trouwens uitgegaan van zo'n visboer als ook in Rocking Belly voorkomt, met stoppelbaard en vliegen om zijn kop, maar dat vond Het Parool toch te shabby en toen hebben we van Ome Cor maar een overbeschaafd soort middenstander gemaakt.

- Jullie zijn in Amsterdam geboren?

In 1950 (Eddie) en 1951 (Rene). We zaten allebei op het Vondelgymnasium, dat zonder dat ons iets gevraagd werd ineens bij het Barlaeus werd gestopt. Eddie heeft zijn eindexamen gedaan, maar ik heb het niet zover laten komen en bij er voor dat examen mee gekapt.

- Niet normaal om een gymnasiumopleiding te volgen en dan een baan te nemen, waarvoor er eigenlijk geen enkele opleiding nodig is, zo die opleiding al zou bestaan.

Ik (Eddie, HB) heb dan ook heel wat baantjes mijn neus zien voorbij gaan omdat ik te hoog gekwalificeerd was. Wilde ik inpakker worden en dan mocht dat niet. We hebben nog even geprobeerd op de Rijksakademie te komen, maar dat werd niets. We hadden graag leren tekenen, maar nee hoor. Onze tekenopleiding hebben we tijdens het gymnasium zelf verzorgd, enfin dat verhaal is bekend (zie bijvoorbeeld Stripschrift nr. 156 (1982), 11-14. HB). Wij waren echte stripliefhebbers en struinden de stad af voor onze verzamelingen. Dat viel ongeveer samen met de oprichting van Het Stripschap eind jaren '60. Hoewel via Het Stripschap strips ineens als kunst gepresenteerd werden en dat zagen wij niet zo. Voor ons had het de bekoring van iets dat niet mag.

- Jullie wilden bij de Rijksakademie voor Beeldende Kunst, zei je.

Er zijn beperkingen aan wat je kan en we hadden aar dus best wat kunnen leren.

- Betekent dat dat je een striptekenaar zonder zo'n opleiding ziet als iemand met een handicap. Als iemand die niet volwaardig kan tekenen?

Nee hoor, zeker niet. De enige handicap is dat je nooit hebt leren tekenen! Ach, eigenlijk onzin allemaal, Bodoni en Clerkx die qua tekenen echt veel meer in hun mars hebben, kunnen dat als ze willen ook in strips kwijt. Die hele diskussie over kunst en strips als kunst is maar gezeik. In Frankrijk is dat echt tot ongekende hoogten gestegen, maar als je die strips ziet, die zijn echt heel vervelend. Stel voor dat we die Rijksakademie wel doorlopen hadden, dan waren we nu misschien portretschilden geweest, ook leuk!
Wij hebben alles gewoon op ons af laten komen, zo zijn we nu eenmaal en dat bevalt ons wel. Het is best een leuk leventje zo en daar gaat het toch om. Eigenlijk zijn we nu verwend, we kunnen gewoon doen wat we willen.

- Het blijkt dus dat jullie dagstripwerk tamelijk toevallig begonnen is en jullie wat dat betreft nog steeds getypeerd zouden kunnen worden als auteurs die, op een korte periode bij het weekblad Donald Duck (1974-75) na, eigenlijk steeds in de marge gewerkt hebben. Ik bedoel dat zeker niet misprijzend, integendeel, maar het valt toch op dat jullie nooit de gerenommeerde kanalen gezocht hebben, zoals Eppo, Kuifje en wat al niet meer, terwijl jullie anderzijds toch ook niet de undergroundtekenaars zijn die vanwege hun maatschappelijke ideeën strips maakten die qua opvatting of boodschap wel via andere, meestal eigen kanalen moesten werken. Hoe zit dat nu eigenlijk?

In zekere zin werken we nu met Heinz wel voor de gevestigde orde. We werken naast Het Parool voor nog twee concerns, de Brabant Pers en Sijthoff, waardoor Heinz nu in 8 kranten verschijnt, maar je hebt wel gelijk. Tsja, hoe zit dat? We zijn een soort buitenbeentjes. We zaten ook al niet bij de groep van Tante Leny Presenteert, terwijl we toch wel al in Aloha werk publiceerden. Een soort eigenwijsheid van ons? Wie zal het zeggen?

- Waarom dan toch uiteindelijk die serieuze keuze voor de dagbladen?

We willen wel goed werk maken en daarvoor gewaardeerd worden. Als striptekenaars zijn we wel degelijk met iets serieus bezig, dus zo'n uitdaging willen we wel. We streven geen karrière na, maar toch willen we goed werk maken, dat is onze eerzucht. Een belangrijk facet van die eerzucht is dat we ook specifiek voor de krant willen werken. Sinds de neergang van de stripweekbladen kun je eigenlijk alleen nog maar via de krant het hele gezin vermaken.

- Hebben jullie nog plannen voor ander werk?

Heinz kost ons een half weekend en in de andere helft maken we nu de Dick Bosch-dagstrip en wijden we ons aan het uitgeven van strips. Echt veel tijd blijft er niet over. Ome Cor kon er nog bij, maar dat was al erg veel, twee dagstrips. We hebben nog de figuur Theun achter de hand, daar is ook los veel mee te doen. Je kent hem wel, hij praat een soort mengeling van Achterhoeks en Drents.

- Waar halen jullie die vandaan als Amsterdammers?

We zijn daar wel eens geweest en je komt wel eens iemand tegen die zo praat, maar echt veel meer zit er niet achter. Als we voor de lol boers praten dan komt er ongeveer zoiets uit.

- Het moet ook geen zuiver dialect worden, want dan begrijpen alleen de Achterhoekers of Drenten jullie strip nog maar.

We schijnen de toon wel aardig te treffen. Met Theun hebben we situaties op het platteland en met Dick Bosch en Rocking Belly de stadse.

- Is Rocking Belly verdwenen?

Toen de Goochempagina in Het Parool verdween, moest hij eraan geloven en bijna waren we toen ook Heinz kwijtgeraakt. Eigenlijk wel een dramatische toestand. Rocking Belly is niet opgeven, maar we hebben geen zin om er mee te gaan leuren. We zien wel. De echte Rocking Belly van vlees en bloed hebben we leren kennen toen we voor Bluf werkten.Het is een vriend van ons. In Bluf hebben we een paar strips over hem gemaakt. De rest is het bekende verhaal. Het Parool vroeg ons om zulke stripjes te maken voor hen. In die tijd wilden ze daar niet Dick Bosch, maar dat hadden wij wel liever gedaan. Het probleem is dat ze altijd iets nieuws van je willen. Ze vragen of we willen tekenen, we zeggen dan "Wat wil je hebben : Dick Bosch, Rocking Belly, Theun of Heinz?", maar ze willen altijd iets nieuws, iets anders, en dat kan niet. Op een gegeven moment zit je vol en dan zou je echt een figuur moeten gaan ontwerpen op verzoek. Dat is niks voor ons. Al onze figuren zijn vanzelf ontstaan, zo werkt dat bij ons nu eenmaal. Zelfs Dick Bosch is zo ontstaan bij ons. Dat is nog een erfenis uit onze middelbare schooltijd toen we met vrienden naar aanleiding van een uit een strip geknipt plaatje zelf voortborduurden.

- Ligt Oom Wim wel echt stil?

Ja, die wel. Dat komt, omdat die strip zo vreselijk parodie-achtig is. Dat hebben we onderhand wel gezien, dat parodiëren is nu een gevestigde rage geworden: In Frankrijk zijn er mensen die niet anders meer werken. We zijn er indertijd mee begonnen en toen was dat nog iets bijzonders. Het hangt er ook beetje van af wat de mensen ons vragen. We willen geen nieuwe figuren maken nu, maar als er een blad komt dat elke week een pagina Dick Bosch of Rocking Belly wil hebben, dan willen we zo nieuw werk maken, dat is het punt niet. Als het een beetje meezit kunnen we daarvan weer een boek uitgeven.

- Speciaal nieuw werk voor het blad Gezellig en Leuk maken jullie niet meer?

Nou, eventueel ook wel. We geven Gezellig en Leuk eigenlijk alleen nog maar uit ter gelegenheid van iets en als we weer geld hebben om het te bekostigen. Nummer 7 liep prima en was meteen uitverkocht en toen hebben we snel ook nummer 8 gemaakt, maar dat verkocht voor geen meter. Dus dat doen we niet meer. Daar komt nog bij dat we de mensen niet kunnen betalen voor hun werk. Iedereen doet graag mee aan Gezellig en Leuk, maar dat je niet kan betalen weerhoudt je er toch van om tekens weer om nieuw werk te vragen.

- Geven jullie alleen werk uit van het kollektief Gezellig en Leuk?

Niet uit principe, maar het kost allemaal geld en dat hebben we niet over. Mark Smeets wil bijvoorbeeld erg graag voor ons tekenen en het zou ook geweldig leuk zijn als er eindelijk eens iets van hem in boekvorm was, maar ja...

- Doen jullie ook nog ander reclamewerk? Illustraties of reklamewerk?

Wel eens, maar heel weinig. Je moet dan altijd precies tekenen wat die reklamejongens in hun hoofd hebben, een mannetje dat zo kijkt of zus staat en dat ligt ons niet zo. We willen zelf iets bedenken. Laatst was er een opdracht om de Nachtwacht te tekenen en wel zò dat de ene helft duidelijk lid is van het FNV en de andere helft niet! Dat was op een vrijdag en 's maandags moest dat klaar zijn! Dat kan toch helemaal niet.